Alomvattende genade

Jef de Vriese • 88 - 2012 • Uitgave: 12
Een mens is alomvattend afhankelijk van genade van God, medemens en schepping. Deze afhankelijkheid had in de schepping, waarin alles goed was, niet de bijbetekenis van ongewenste zwakte. Ze was ook niet besmet door gevoeligheid voor manipulatie door anderen, misplaatste aanbidding van mensen of dingen die hoger gewaardeerd worden dan God Zelf. Ze is een dankbare en afhankelijke onderdompeling in de zorgzame liefde van God, Die de mens voedt, koestert en de bron is van alle levensvervulling. Zij is tevens afhankelijke onderdompeling in de zorgzame liefde van anderen en in de voorzieningen van de schepping. Genade is de uitstorting en de menselijke onderlinge uitwerking van de liefde van God. Een essentieel grondpatroon in het mens-zijn is de blijvende afhankelijkheid van de zegen van een ander en het voor anderen tot zegen te zijn.
De zondeval ontkent de menselijke afhankelijkheid en rooft de liefde tot God en medemens. Terwijl heel de menselijke scheppingsidentiteit doordrenkt is van afhankelijkheid van Gods genade, proclameert de zonde de zoektocht naar zelfstandigheid, zelfactualisatie en zelfbevrediging van ervaren behoeften, in plaats van welbevinden in God en in de door Hem geopenbaarde identiteit, roeping, afhankelijkheidsrelaties en scheppingsvoorzieningen. De zondeval is de ontkenning van de identiteit van de mens als spiegel van Gods heerlijkheid en zegenbrenger voor de ander. De zondeval is de keuze voor autonomie, die zich losmaakt van God en loswrikt uit door Hem gegeven beschermende afhankelijkheidsrelaties. In de zondeval zegt de mens dat God niet aan zijn behoeften voldoet, dat hij niet afhankelijk is.

Jef De Vriese