Alleen maar bladeren

Jaap Bönker • 88 - 2012 • Uitgave: 7
De Here Jezus vlak voor Zijn sterven een interessante trip. Op de 10e van de maand Nissan maakt Hij een Sabbatsreis vanuit Bethanië naar Jeruzalem en samen met duizenden lammeren wordt het Lam van God ingehaald door een menigte mensen, die roept: “Gezegend Hij die komt in de naam des Heren, Hosanna in de hoogste hemelen.” De aanloop van de Pesach (Pasen) werd ingezet. De dag daarop reinigt Hij de Tempel van al het ‘gezuurde’ en zo voldoet Hij ook aan de reiniging van het huis. Op de minuut nauwkeurig vervult Hij de voorschriften die eeuwen daarvoor onder Mozes zijn ingesteld (zie Exodus).

Daartussendoor vindt er iets ‘vreemds ‘ plaats. Na Zijn intocht keert Hij terug naar Bethanië en volgende dag keert Hij weer terug in Jeruzalem. Volgens de evangelist Matteüs krijgt Hij honger (21:18ev.) en komt Hij langs een vijgenboom die langs de kant van de weg staat. Hij zoekt, maar vindt geen vijgen aan de boom, alleen maar bladeren. De evangelist Marcus (11:11ev.) voegt aan de beschrijving van deze gebeurtenis nog iets interessants toe: ‘want het was de tijd niet voor vijgen.’ Wat heeft het voor zin om vruchten te zoeken aan een boom terwijl er, gezien de tijd van het jaar, normaal gesproken geen vruchten zouden kunnen zijn.
J.F. Munneke (‘Gezegend land’, Telos 1980) legt het als volgt uit. Er waren bladeren en het moet dus voorjaar zijn geweest (Pesachtijd). Nu zijn er volgens Munneke wintervijgen en zomervijgen. Wintervijgen dienen zich aan in het vroege voorjaar. Het zijn er over het algemeen niet veel, maar de wintervijg is ook fragiel. In het boek Openbaring (6:13) worden de sterren van de hemel die vallen, vergeleken met vallende wintervijgen.
Dat er dus wintervijgen kunnen zijn is dus mogelijk, maar dan nog is de geschiedenis hier beschreven een curieuze, want waarom vervloekt de Here Jezus die boom, terwijl de kans groot was dat er geen vijgen aan zouden zitten? En waarom vinden twee evangelisten het de moeite waard om deze geschiedenis te beschrijven? Er moet dus een gedachte, een boodschap achter zitten.

Geloof nodig
Zowel Matteüs als Marcus beschrijven dat Jezus het begrip ‘geloof’ er aan koppelt. Marcus werkt het nog verder uit en zet er ook ‘vergeving’ bij. Gaat het om deze twee begrippen?
De Here Jezus is op weg en onderweg om de Pesach te vervullen. Het feest, de gedachtenis. Aan de uittocht uit Egypte, het voorbijgaan van de Verderfengel, het bloed aan de deurposten, redding en de start van de reis naar het beloofde land. “Ik heb vurig begeerd dit Pesach met u te vieren”, zijn de woorden van de Here enkele dagen later. Dat is Zijn doel van deze tocht voor Zijn kruisiging en sterven en opstanding. Hij was niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen, vol te maken!
Geloof speelt daarin een belangrijke rol, zowel voor de Here Jezus als voor Zijn discipelen. Pesach is ook een feest waar geloof een belangrijke rol in speelt. Het is namelijk niet logisch dat wanneer iemand je vertelt dat je op die en die dag bloed aan de deurpost smeert, dat er dan geen oordeel, geen dood van de eerstgeborene zal plaatsvinden. Pesach wijst op verlossing, bevrijding en een beloofd land. Geloof speelt daarin een grote rol, maar ook vergeving. De Eeuwige gedenkt Zijn verbond met Abraham, Isaäk en Jakob en de vergeving van zonden door bloed. Een ieder die geloofde in het bloed van het lam werd niet gestraft. Duizenden Israëlieten (maar ook veel Egyptenaren, Exodus 12:38) hadden geloof gehecht aan de woorden van Mozes. JHWH (‘zo wil Ik genoemd worden’, Exodus 3:14,15) maakt een ‘doorstart’ met Zijn volk. Op weg naar de toekomst.

Symbool voor de bedekking
De Here Jezus is gekomen als ‘losprijs’, om los te kopen. Allereerst Zijn volk waaraan hij onlosmakelijk aan verbonden is. Hij was gekomen in een tijd waar ook onderdrukking was, net als in Egypte. Romeinen die staatkundig het land en volk ‘onder de duim hielden’. Herodes, een vazalvorst en dan nog de theologen van die tijd die door de strenge regels van de mondelinge Thora, het volk een molensteen op de nek legde. Regels, allemaal regels, om op die manier ‘verlossing’ van de Allerhoogste af te dwingen. Daar ging de Here Jezus tegen te keer. Hij sprak over het feit ‘dat Zijn juk zacht was’ in tegenstelling tot het juk van de Farizeeën en Schriftgeleerden. Hij, de Zoon van de Geschreven Thora, stelde Zich tegenover de theologen met de regels van de mondelinge Thora, overleveringen, leringen van mensen.
Toen Hij naar Jeruzalem afdaalde, begon hij als het ware Zijn ‘lossingstocht’, de weg van Loskoping. Dan komt Hij een vijgenboom tegen. De vijgenboom die symbool stond voor de bedekking die de mens had gezocht naar aanleiding van de zondeval in de Hof van Eden. Tijdelijke bedekking van hun naaktheid, hun mens-zijn. Alleen maar bladeren om te bedekken en de vruchten van de zonden kwamen keer op keer aan de mens. De Here God spreekt een vloek uit in de Hof over de eigen werken. Dat is ook wat de Here Jezus doet daar in of bij Jeruzalem. Eigen werken maken niets goed, maar alleen bloed, bloed van het Lam.
Daarom reinigt Hij de Tempel vlak voor de Pesach zou beginnen. Daar waren de wisselaars, de mensen die kochten en verkochten. Geen rovershol, maar een huis van gebed. Als je maar genoeg kaarsen koopt, genoeg geld in de collectezak doet, als je je maar genoeg inzet voor de kerk of de zending, dan…
Maar de Here Jezus komt om aan te geven wat het doel van Zijn aardse werk was: geen eigen vrucht, geen menselijke werken meer tot in eeuwigheid, maar het verlossende bloed van het Lam dat de zonde van de wereld wegneemt! Geloof en vergeving spelen daarin een grote rol. Zouden de discipelen het in eerste instantie begrepen hebben, of zouden ze net als wij misschien wel raar tegen deze gebeurtenis hebben aangekeken?

Eigen werken
In de wereld van islam, waar ik veel kom, zie je hetzelfde gebeuren. Vijfmaal per dag bidden, aalmoezen geven, in ieder geval eenmaal in je leven een bedevaart naar Mekka, de Ramadan houden ieder jaar en dan de geloofsgetuigenis: ‘Allah is God en Allah is één. En Allah heeft geen zoon!’
Mensen, miljoenen, die niet geloven dat JHWH een Zoon heeft en dus geen Verlosser hebben. Miljoenen mensen die afhankelijk lijken van eigen werken om de zonde te bedekken met ‘vijgenbladeren’. Miljoenen mensen die niet buigen op het bevrijdende bloed van het Lam. Gelukkig openbaart de Here Jezus Zich de laatste jaren als het Lam aan duizenden en duizenden moslims. Velen komen tot geloof in de Losser, de Here Jezus.
Dan de boodschap naar ons toe. Want reageren wij ook niet vaak vanuit goede werken? Of verbergen we ons ook als Zacheüs in een vijgenboom? Geloven we nog oprecht dat alleen het bloed van het Lam ons vrijmaakt? Is dat de boodschap die we uitdragen? Alleen maar bloed, of ‘alleen maar bladeren’?

Jaap Bönker
Directeur Arabische Wereld Zending

www.arabischewereldzending.org. Samen met Simon van Groningen auteur van het boekje ‘Schaduwfeesten’