Alfa en Omega

Jef de Vriese • 91 - 2015 • Uitgave: 17
De Schrijver van de brief aan de gemeente te Smyrna presenteert zich op een wijze die aansluit bij de situatie van de gemeente. Ze stond namelijk bloot aan verdrukking en dood.
De intense trouw van de stad aan Rome en een grote Joodse gemeenschap, die bijzonder vijandig stond tegenover de christenen, maakten het moeilijk om als christen in Smyrna te leven. In Smyrna vloeide veel martelaarsbloed, onder andere dat van Polycarpus, die verbrand werd omdat hij de keizer niet als Heere wilde erkennen.
Dus stelt Jezus Zich voor als de dode die levend is geworden. In een goede gemeente staan de dood en de opstanding van Christus centraal. Daar draait alles om. De dood die het volgen van Hem met zich mee kan brengen, moet gezien worden in het licht van Zijn dood en leven. Jezus openbaart zich aan een lijdende gemeente als ‘de eerste en de laatste’, titels waarmee ook Jahweh zich presenteert (Jesaja 48:12; 44:6).
God Zelf treedt op in de Messias, heilbrengend en overwinnend in Christus. Dit was voor de gemeente een enorme bemoediging. God is de enige God. Hij is de Alfa en de Omega. Jezus beheerst het wereldgebeuren van begin tot eind. Hij staat in koninklijke glans aan het begin, en straks ook aan het einde. In de tussentijd overspant Hij het geheel. Hij staat ook boven de verdrukking die de gemeente ondergaat. Alles draait om Hem. Hij heeft alles in Zijn hand. Hij is niet even weg om straks terug te komen. Hij houdt de gehele geschiedenis permanent onder controle.

Jef De Vriese