Akedah

Jan van Barneveld • 76 - 2000/01 • Uitgave: 26
Sinds de Oslo 'vredesakkoorden' in 1993 zijn er 544 Israëli's vermoord. Door de el-Aksa intifada komt er gemiddeld elke 60 uur een Jood om door terreur van de Palestijnen. Daardoor zijn 83 kinderen wees geworden en honderden Israëli’s zijn levenslang invalide. Het Joodse volk is zelfs op de 'eigen bodem' niet veilig. Elke vrachtauto die langs een bus met schoolkinderen rijdt zou kunnen ontploffen en in elke vuilnisbak kan een bom zitten. Is het vreemd dat de samenleving in Israël onder die spanningen en de dagelijkse oorlogsdreiging hard als een steen is geworden? Wanneer zal de Here God zijn belofte vervullen: 'het hart van steen zal Ik uit uw lichaam verwijderen en Ik zal u een hart van vlees geven. Ik zal Mijn Geest in uw binnenste geven'. Wanneer komt er een einde aan het lijden van Israël?

OPVALLEND VEEL AANDACHT
De diepe, bijna dodelijke wond van de holocaust, de moord op zes miljoen joodse mensen, is lang niet genezen. Nog steeds verschijnen er van Joodse zijde boeken, artikelen en brochures over de grootste ramp die over het Joodse volk is gekomen. Vragen als 'Waar was God tijdens Auschwitz?' of 'Waar was de mens tijdens Auschwitz?' raken de wortels van het geloof in God en in de mensheid. Ook van christelijke zijde is de laatste maanden opvallend veel aandacht gegeven aan de holocaust. 'De moord op zes miljoen Joden betekende tevens de uitroeiing van familieverbanden en sociale netwerken van Joods leven....en ook verregaand het eind van de Joodse cultuur'. Dit schrijft de theologe mevr. Corrie Blei-Strijbos in haar onlangs uitgekomen studie 'Woorden voor het Onzegbare'. De ruimte ontbreekt om dit belangrijke boek over de holocaust te bespreken. Ook Willem Ouweneel gaat in zijn boek 'Het Jobslijden van Israël' diep in op het lijden van Gods volk. Het Zoeklicht publiceerde een aantal artikelen van Ouweneel over dit diepe, tere onderwerp. In de laatste nummers van het blad 'Opwekking' stond een tweeluik over de holocaust van de Engelse bijbelleraar David Pawson. Ook 'de wereld' blijft niet achter.

In een Engels boek, "Bombing Auschwitz', wordt de vraag gesteld waarom de geallieerden de spoorlijnen naar Auschwitz en de gaskamers in het kamp niet hebben gebombardeerd. Zij wisten toch al eind 1943 wat er gebeurde en de kampen lagen binnen het bereik van hun bommenwerpers. Hier is een schuldvraag aan de orde. Tenslotte toont de Engelse hoogleraar Robert Gellately in zijn boek ' Backing Hitler" (Steun voor Hitler) aan dat de gewone Duitse burger heel goed wist wat er in die vreselijke doodskampen gebeurde. Hij onderstreept door zijn studie een ander boek: "Hitlers gewillige beulen". De schrijver van dit laatste boek, Goldhagen, beweert dat het niet alleen de S.S. of de Nazi's waren, die de Joden vervolgden. Ook doodgewone Duitsers hebben vrijwillig meegewerkt aan het uitroeien van het Joodse volk.

BESCHULDIGENDE VINGERS
Is al die aandacht voor de holocaust van, christelijke en van 'wereldse' kant toevallig? Of is er een verband met Boete 99, de diepe verootmoedigingsbijeenkomst voor het eeuwenoude 'christelijke' antisemitisme, in september 1999 en de verootmoedigingsreizen die daaruit voortgekomen zijn? Wil de Here God ons en de wereld hier iets mee zeggen? Zou het niet beter zijn een punt achter dit vreselijke, boosaardige hoofdstuk uit de geschiedenis van Europa en de geschiedenis van de kerk te zetten en verder te gaan? Wij wagen het niet, zoals in de genoemde tweeluik van Pawson in Opwekking gesuggereerd wordt, te zeggen dat assimilatie (van liberale Joden) en traditionalisme (van orthodoxe Joden) zonden waren die de holocaust over het Joodse volk hebben gebracht. De kwalijke rol, die de drie vrienden van Job hebben gespeeld is al te vaak overgenomen door kerken en ook door evangelische groepen. Die drie 'vrienden wreven zout in de wonde van Job door hem fel te beschuldigen. Op dezelfde wijze heeft veel oppervlakkig geschrijf van christenen over de holocaust veel Joodse mensen intens pijn gedaan. De HERE was zo boos op Elifaz, Bildad en Zofar, dat Hij hen 'iets kwaads wilde aandoen'. Job bad voor hen en de 'HERE was Job terwille'. Laten we oppassen dat we Gods oogappel niet aanraken, of er zelfs maar beschuldigend naar wijzen. Ook is het niet onze bedoeling een beschuldigende vinger uit te steken naar het Duitse volk. Het gaat om de vraag waarom er de laatste tijd, zo'n 60 jaar na de Tweede Wereldoorlog, zo opvallend veel over de holocaust wordt geschreven en gedacht. Houdt die aandacht voor de holocaust misschien een waarschuwing van de Heer in?

EEN DUBBEL OORDEEL
In de periode van de Uittocht uit Egypte kwam er een zwaardoordeel over dat land om wat Egypte Gods volk had aangedaan. Babel en Assyrië werden gestraft om wat ze het Joodse volk hadden aangedaan. Waar is het Romeinse Rijk, dat in de jaren 70 en 135 zo gruwelijk tekeer is gegaan in Israël? De God van Israël zegt: 'Ik ben voor Jeruzalem en voor Sion in grote ijver ontbrand, maar Ik ben zeer toornig op de overmoedige volken, die, terwijl Ik maar een weinig vertoornd was, meehielpen ten kwade' (zach.l:15). Nu, in onze tijd, zien we Gods ijver voor Zijn volk in de terugkeer uit de ballingschap 'onder alle volken', in mijlpalen zoals 1948. toen de staat Israël tot stand kwam en in 1967 toen Judea. Samaria, de Golan en Jeruzalem weer in handen van Israël kwamen. We zien Gods Hand in het plotselinge ontstaan en de groei van de Joods-Messiaanse beweging. Maar de Toorn van God rust nog op de landen van Europa en op de kerk van Europa vanwege wat het Joodse volk is aangedaan, vanwege de holocaust. De grote aandacht voor de holocaust benadrukt deze toom van God en is een waarschuwing voor volken en kerken van Europa niet verder te gaan met de anti-Israël houding.

In één van de machtige hoofdstukken over het herstel van Israël (een periode waarin we nu leven) zegt de profeet: "want Ik zal met alle volken waaronder Ik u verstrooid heb, voorgoed afrekenen, maar met u zal Ik niet voorgoed afrekenen, maar naar recht u tuchtigen, al zal Ik u voorzeker niet vrijuit laten gaan' (Jer. 30:11). Het oordeel over de verstrooiing van het Joodse volk komt eraan. Vaak wordt gezegd: 'Israël gaat zware tijden tegemoet'. Maar wee de volken, met name de volken van (West) Europa. Voor Israël is er hoop, voor de volken staat het 'voorgoed afrekenen'! Ook Pawson in zijn artikel in Opwekking voelt iets aan van dat komende oordeel. Hij wijst op de zonden van assimilatie en traditionalisme in onze kerken en zegt "wij heidenen moeten opnieuw gaan luisteren naar de woorden van 'onze' apostel Paulus: 'Want indien God de natuurlijke takken niet gespaard heeft, zal Hij ook u niet sparen' (Rom. 11:21)'. Pawson schrijft deze waarschuwing in het kader van de holocaust. Als we hier even over nadenken, begrijpen we iets meer van de malaise van de kerk in Europa en zijn we zeer verbaasd en bijzonder dankbaar voor het grote geduld dat de Here God tot nu toe met ons heeft gehad. Verootmoediging en bekering zijn de enige woorden die hier passen.

AKEDAH NU
Joodse denkers en rabbijnen vergelijken de holocaust soms met het 'offer van Izaak'. Deze geschiedenis wordt de 'Akedah', het 'binden van Izaak' genoemd. U vindt het aangrijpende verhaal in Genesis 22: '…ga naar het land Moria en offer hem daar tot een brandoffer'. Holocaust = brandoffer. Het ontbreekt aan ruimte om hier in te gaan op Izaak als beeld van de Here Jezus Christus. Het gaat nu om Izaak als 'brandoffer'. In zekere zin is hij geofferd. Immers Gen.12:19 zegt: 'Toen keerde Abraham terug'! Enkelvoud! Waar was Izaak? 'Door het geloof heeft Abraham Izaak ten offer gebracht…' (Hebr.11:17). Waarschijnlijk heeft de gebeurtenis op de berg Moria een diepe wond geslagen in het hart van de jonge Izaak. Binnenin de jongen is er iets stuk gegaan toen zijn vader hem bond en het mes boven hem zwaaide. De wonden van de holocaust van Israël zijn ook nog niet geheeld. Over de schuld van de volken komt het oordeel van de Here. De God van Abraham heeft van Zijn kant bij wijze van spreken het goedgemaakt met Izaak.

Aan alle kanten werd hij beschermd tegen zijn halfbroers en tegen de jaloerse en agressieve Filistijnen. De Here God zegende hem buitengewoon (zie Gen. 26:12-14). Ook Israël zal buitengewoon gezegend worden. Dan zal Israël, net als Izaak tot zegen zijn. Maar het lijden van Israël is nog niet voorbij. Nu ondergaat het Joodse volk de barensweeën van het komende Koninkrijk en van de komende Messias. Nu wordt Izaak nog gebonden door de wereld en door veel christenen. De volken rondom verzetten zich met al het boze wat in hen is. Een afvallige kerk doet hard mee. De Europese Unie beweegt zich steeds meer naar de kant van de antisemitische Arabische landen. Alleen, als een gelovige rest van christenen in ons land zich nederig, biddend en daadwerkelijk achter Israël opstelt is er nog hoop op uitstel. Dan zullen er nog mensen in ons land gered en bevrijd worden. Dan zal er niet alleen uitstel, maar ook nog zegen zijn. Maar de grote aandacht voor de holocaust is een signaal van de haast van de Heer. Hij heeft haast om Izaak los te maken en te zegenen en Hij heeft ook haast met het komende Koninkrijk.

Jan van Barneveld