Afbeelding en schaduw van hemelse dingen (6)

Joh. de Heer / ds. Henk Schouten • 88 - 2012 • Uitgave: 19
‘In de poort nu des voorhofs zal een deksel zijn van twintig ellen, hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen, geborduurd werk; de pilaren vier, en hun voeten vier.’ (Exodus 27:16)

Want er is ook onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden (Handelingen 4:12). Dat is de naam van Jezus, Hijzelf heeft gezegd: ‘Ik ben de weg, en de waarheid, en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij’ (Johannes 14:6). En in Johannes 10:9 horen we Hem zeggen: ‘Ik ben de deur; als iemand door Mij binnenkomt, zal hij behouden worden.’
De Here God heeft daarin ‘Zijn rechtvaardigheid’ betoond, dat Hij Jezus heeft gesteld tot een verzoening voor hen, die gezondigd hebben (Romeinen 3:21-26). De gesloten muur wees naar de poort; zoals de wet wijst naar Christus (Romeinen 10:4). De muur sluit buiten, de wet verdoemt. Het is de overtuiging van zonde, door de Heilige Geest in ons hart gewerkt (Johannes 16:8), die ons drijft tot Hem, Die getrouw en rechtvaardig is, dat Hij de zonden vergeeft, aan hen, die ze belijden (1 Johannes 1:9).

De grondstof van het deksel (in de NBG-vertaling lezen we gordijn) van de poort was, evenals van de omheining, van wit linnen, doch dan gemengd met hemelsblauw, purper en scharlaken. Het blauw wees op de Goddelijke afkomst van Hem, die, ‘in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht, maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is’ (Filippenzen 2:6,7).
Het purper beduidde dat Hij als koning geboren was en het scharlaken betekent dat ‘wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, langs de nieuwe en levende weg, die Hij ons ingewijd heeft, door het voorhangsel, dat is, zijn vlees’ (Hebreeën 10:19-20). Dit is de poort des Heren (Psalm 118:20) waardoor de rechtvaardigen binnengaan. De ladder (Genesis 28:12-17) die op de aarde gesteld was en waarvan het boveneinde tot in de hemel reikte en door Jacob ‘poort des hemels’ genoemd werd. Dit werd door de Here Jezus zelf aan Nathanaël bevestigd (Johannes 1:52).

Terwijl de deur van ‘het heilige’ in het oog viel door haar buitengewone hoogte, trok deze poort van de voorhof aandacht door haar buitengewone breedte; zij riep hen, die elders vergeefs ingang gezochte hadden toe: ‘Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven’ (Matteüs 11:28); ‘Kom! En wie het hoort, zegge: Kom! En wie dorst heeft, kome, en wie wil, neme het water des levens om niet’(Openbaring 22:17).

De poort van de voorhof is wel wijd genoeg, om de gehele wereld (Johannes 3:16) door te laten, maar tegelijk zo smal (Lucas 13:24), dat ze slechts toegang geeft aan een berouwvol zondaar met gebroken hart.

Ik zie een poort wijd openstaan,
Waardoor het licht komt stromen
Van ’t kruis waar ‘k vrijlijk heen mag gaan,
Om vrede te bekomen.
Genade Gods, zo rijk en vrij!
Die poort staat open ook voor mij!
Voor Mij! Voor Mij!
Staat open ook voor mij.

Zangbundel Joh. de Heer 140:1

(Overgenomen en bewerkt uit: “De Geestelijke beteekenis van den Tabernakel” van Joh. de Heer, door ds. Henk Schouten)