Afbeelding en schaduw van hemelse dingen (45)

Joh. de Heer / ds. Henk Schouten • 90 - 2014 • Uitgave: 19
De wolk der heerlijkheid

‘Hij zal bij hen wonen en zij zullen Zijn volk zijn’ (Openbaring 21:3, HSV)


Er is geen kostelijker bewijs van Gods tegenwoordigheid, van Zijn trouw en zorg, dan de wolk der heerlijkheid (Exodus 16:10). God woont in een ontoegankelijk licht (1 Timoteüs 6:16); rondom Hem zijn echter wolken en donkerheid (Psalm 97:2), want niemand immers zou Zijn aangezicht kunnen zien en leven (Exodus 33:20).
Toen de Tabernakel gezalfd en geheiligd was, rustte de wolkkolom op de Tabernakel en vervulde de heerlijkheid des Heren (Exodus 40:34) niet alleen het Heilige der Heiligen, doch de gehele Tabernakel inwendig, maar de uitwendige bedekking van die heerlijkheid, de wolk, was zichtbaar voor het hele volk.
Dag en nacht moesten de ogen van het volk op deze wolk gevestigd zijn, om te weten of ze moesten optrekken of rusten.

Bescherming van de wolkkolom
Eerst was de wolkkolom er als wegwijzer (Exodus 13:21), terwijl ’s nachts bovendien het vuur diende om de weg te verlichten en wilde dieren op een afstand te houden. Het was een wolkkolom, een zuil die de hemel en de aarde scheen te verbinden, zoals de ladder van Jakob waarop de engelen afdaalden en opklommen; iets als van het nieuwe Jeruzalem, dat van de hemel zal neerdalen.
Het was niet alleen een kolom, een zuil, maar ook een wolk. Als wolk spreidde ze zich uit over het gehele legerkamp van de Israëlieten om hen te beschutten tegen felle woestijnhitte als ook tegen regenvloed (1 Korintiërs 10:1; Psalm 105:39).
Van de wolk hing af wat het volk deed en het was overlevingsdrang dat het volk drong de wolkkolom te volgen en binnen haar bereik te blijven. De wolk was tevens beveiliging tegen de vijand, ze had immers de eigenschap het volk te verlichten en de Egyptenaren in het duister te zetten.

In hun midden
Toch wilde de Here God meer zijn voor het volk dan een Gids en Beschutting. Hij wilde niet alleen voor het uitgaan, maar Zijn bevel luidde: ‘zij moeten voor Mij een Heiligdom maken, zodat Ik in hun midden kan wonen’ (Exodus 25:8, HSV). Dus niet alleen voor, achter of boven hen, ook in het midden van hen. Daartoe moest er echter een plaats zijn waarop Gods heerlijkheid kon rusten; en die plaats bevond zich boven het Verzoendeksel, tussen de Cherubim (Exodus 25:22). Daar sprak God met Mozes als met een vriend. Zodra de wolk werd opgeheven, was dit het sein voor de zonen van Aäron dat zij vrij tot de Ark konden naderen en vervoeren.
De heerlijkheid van de tegenwoordigheid van God tussen de Cherubim was zo groot, dat Aäron op de Grote Verzoendag in het heiligdom mocht gaan, bedekt met een wolk van reukwerk, opdat hij niet sterven zou (Leviticus 16:13).

Dringt het door?
Wij hebben de Here Jezus tot Leidsman (Hebreeën 12:2). Hij heeft ons door Zijn dierbaar bloed verlost van het geestelijk Egypte en leidt ons naar het Kanaän van het licht. Het kruis maakt scheiding (Galaten 6:14). Het kruis is voor ons het richtsnoer; het vergezelt ons op de woestijnreis. Op de gekruisigde Jezus is ons oog gericht, Hij is het middelpunt van al onze bewegingen. Zonder Hem kunnen we niets doen, maar met Hem vermogen we alles (Johannes 8:12).
Toch zijn we ons bewust dat van de vaderen, hoewel allen onder de wolk, er toch zijn afgevallen. Hoevelen komen er onder de prediking van het kruis? Daarom, zoals de Heilige Geest ons leert: ‘Heden indien u Zijn stem hoort, verhard dan uw hart niet, zoals bij de verbittering, op de dag van de verzoeking in de woestijn’ (Hebreeën 3:7).
Velen in Israël waren in de nevel van de wolk gedoopt (1 Korintiërs 10:2), maar de vochtigheid ging niet verder dan hun kleren. De tegenwoordigheid van Hem die in de wolk was, drong niet tot hen door. Wat Israël is overkomen is ons tot een voorbeeld (1 Korintiërs 10:6).

God breidde een wolk uit, om Zijn scharen
Bij dag te hoeden voor gevaren
Hij gaf hun, door Zijn hoog bestuur,
Des nacht ten licht een wondervuur.

Psalm 105:21

(Overgenomen en bewerkt uit: ‘De Geestelijke betekenis van den Tabernakel’ van Joh. de Heer, door ds. Henk Schouten)