Afbeelding en schaduw van hemelse dingen (36)
Joh. de Heer / ds. Henk Schouten • 90 - 2014 • Uitgave: 9
Het Verzoendeksel
Vrede door het bloed van Zijn kruis (Kolossenzen 1:20)
‘U moet het verzoendeksel op de ark leggen en in de ark moet u de getuigenis leggen, die Ik u geven zal’ (Exodus 25:21, HSV).
Een ongeschonden wet (de getuigenis) in het binnenste van de Ark. Niet de wet, die aan de voet van de berg verbroken werd, maar de ongeschonden wet, de onvoorwaardelijke gehoorzaamheid in het hart van Jezus, kon alleen de grond tot verzoening van God en mens zijn.
‘Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God en worden om niet gerechtvaardigd door Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus. Hem heeft God openlijk aangewezen als middel tot verzoening, door het geloof in Zijn bloed’ (Romeinen 3:23-25, HSV). Hetzelfde woord dat hier door ‘verzoening’ is vertaald, wordt in Hebreeën 9:5 vertaald door ‘verzoendeksel’.
Niet de wet
Elke poging om zelf de wet te houden en te volbrengen, loopt uit op de dood. Dat hebben de mensen van Beth Semes ondervonden. Ze hadden het verzoendeksel weggenomen en zagen zich direct tegenover de onbedekte wet geplaatst, met als gevolg dat 50.070 man van hen stierven. God heeft ons Christus als verzoendeksel voorgesteld, door het geloof in Hem. We moeten niet op de wet, maar op Christus zien. We worden om niet gerechtvaardigd uit Zijn genade. Luther vertaalt hier ‘door genadestoel en in waarheid’, het is de stoel waarop God in genade zetelt, God rust op dit Verzoendeksel. Hij ziet nu niet meer de wet. Hij ziet het met bloed besprengde Verzoendeksel, daardoor wordt diegene gerechtvaardigd, die uit het geloof van Jezus is (Romeinen 3:26).
Trouw en rechtvaardig
David begreep het, dat wordt duidelijk uit zijn Psalmlied: ‘Welzalig is hij van wie de overtreding vergeven, van wie de zonde bedekt is. Welzalig de mens wie de Heere de ongerechtigheid niet toerekent en in wiens geest geen bedrog is’ (Psalm 32:1,2, HSV).
Veel mensen zien over het hoofd dat het juist de trouw van God is dat Hij ons de zonde vergeeft, precies zoals de Bijbel ons voorhoudt. ‘Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid’ (1 Johannes 1:9, HSV). Het verzoendeksel vertelt ons zowel van Zijn trouw als van Zijn rechtvaardigheid.
Daar op de Ark, tussen de Cherubijnen van de heerlijkheid, verscheen Hij dan in een wolk (Leviticus 16:2). Het verzoendeksel, zowel als de weg erheen, was met bloed van het verzoendagoffer besprengd. Het is alleen door het bloed van Jezus dat wij met vrijmoedigheid tot die troon der genade kunnen gaan (Hebreeën 4:16). Alleen op grond van die enige offerande kan God met ons spreken; buiten in de voorhof in het algemeen, hier in het Heilige der Heilige van tussen de Cherubim in het bijzonder (Exodus 29:42), van aangezicht tot aangezicht.
Ark zonder Verzoendeksel
Het handschrift dat tegen ons was, de wet, is door het bloed uitgewist (Kolossenzen 2:14). Straks zal van een ontelbare schare aan de glazen zee het lied van Mozes en het lied van het Lam gehoord worden: ‘Groot en wonderbaarlijk zijn Uw werken, Heere, almachtige God, rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Koning van de heiligen!’ (Openbaring 15:3, HSV).
Als de Here Jezus Zijn Hogepriesterschap verwisselt met Zijn Koningschap, dan zal de Ark gezien worden, maar zonder Verzoendeksel en er zullen bliksem, stemmen en donderslagen zijn. Zij die niet onder de bedekking zijn van het bloed, zullen aan de volle eis van de ongedekte wet moeten voldoen.
Hoe zalig verlost te zijn door Jezus’ bloed,
Ik vrees nu geen oordeel meer, ’k heb goede moed;
Ik ken nu mijn Heer; Hij, die zondaars geneest,
Bestraalt ook mijn ziel met het licht van Zijn Geest.
O, prijst nu Zijn liefdemacht!
Prijst steeds Zijn liefdemacht,
Die ons verlost.
Zangbundel Johannes de Heer 169:2
(Overgenomen en bewerkt uit: ‘De Geestelijke betekenis van den Tabernakel’ van Joh. de Heer, door ds. Henk Schouten)
Vrede door het bloed van Zijn kruis (Kolossenzen 1:20)
‘U moet het verzoendeksel op de ark leggen en in de ark moet u de getuigenis leggen, die Ik u geven zal’ (Exodus 25:21, HSV).
Een ongeschonden wet (de getuigenis) in het binnenste van de Ark. Niet de wet, die aan de voet van de berg verbroken werd, maar de ongeschonden wet, de onvoorwaardelijke gehoorzaamheid in het hart van Jezus, kon alleen de grond tot verzoening van God en mens zijn.
‘Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God en worden om niet gerechtvaardigd door Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus. Hem heeft God openlijk aangewezen als middel tot verzoening, door het geloof in Zijn bloed’ (Romeinen 3:23-25, HSV). Hetzelfde woord dat hier door ‘verzoening’ is vertaald, wordt in Hebreeën 9:5 vertaald door ‘verzoendeksel’.
Niet de wet
Elke poging om zelf de wet te houden en te volbrengen, loopt uit op de dood. Dat hebben de mensen van Beth Semes ondervonden. Ze hadden het verzoendeksel weggenomen en zagen zich direct tegenover de onbedekte wet geplaatst, met als gevolg dat 50.070 man van hen stierven. God heeft ons Christus als verzoendeksel voorgesteld, door het geloof in Hem. We moeten niet op de wet, maar op Christus zien. We worden om niet gerechtvaardigd uit Zijn genade. Luther vertaalt hier ‘door genadestoel en in waarheid’, het is de stoel waarop God in genade zetelt, God rust op dit Verzoendeksel. Hij ziet nu niet meer de wet. Hij ziet het met bloed besprengde Verzoendeksel, daardoor wordt diegene gerechtvaardigd, die uit het geloof van Jezus is (Romeinen 3:26).
Trouw en rechtvaardig
David begreep het, dat wordt duidelijk uit zijn Psalmlied: ‘Welzalig is hij van wie de overtreding vergeven, van wie de zonde bedekt is. Welzalig de mens wie de Heere de ongerechtigheid niet toerekent en in wiens geest geen bedrog is’ (Psalm 32:1,2, HSV).
Veel mensen zien over het hoofd dat het juist de trouw van God is dat Hij ons de zonde vergeeft, precies zoals de Bijbel ons voorhoudt. ‘Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid’ (1 Johannes 1:9, HSV). Het verzoendeksel vertelt ons zowel van Zijn trouw als van Zijn rechtvaardigheid.
Daar op de Ark, tussen de Cherubijnen van de heerlijkheid, verscheen Hij dan in een wolk (Leviticus 16:2). Het verzoendeksel, zowel als de weg erheen, was met bloed van het verzoendagoffer besprengd. Het is alleen door het bloed van Jezus dat wij met vrijmoedigheid tot die troon der genade kunnen gaan (Hebreeën 4:16). Alleen op grond van die enige offerande kan God met ons spreken; buiten in de voorhof in het algemeen, hier in het Heilige der Heilige van tussen de Cherubim in het bijzonder (Exodus 29:42), van aangezicht tot aangezicht.
Ark zonder Verzoendeksel
Het handschrift dat tegen ons was, de wet, is door het bloed uitgewist (Kolossenzen 2:14). Straks zal van een ontelbare schare aan de glazen zee het lied van Mozes en het lied van het Lam gehoord worden: ‘Groot en wonderbaarlijk zijn Uw werken, Heere, almachtige God, rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Koning van de heiligen!’ (Openbaring 15:3, HSV).
Als de Here Jezus Zijn Hogepriesterschap verwisselt met Zijn Koningschap, dan zal de Ark gezien worden, maar zonder Verzoendeksel en er zullen bliksem, stemmen en donderslagen zijn. Zij die niet onder de bedekking zijn van het bloed, zullen aan de volle eis van de ongedekte wet moeten voldoen.
Hoe zalig verlost te zijn door Jezus’ bloed,
Ik vrees nu geen oordeel meer, ’k heb goede moed;
Ik ken nu mijn Heer; Hij, die zondaars geneest,
Bestraalt ook mijn ziel met het licht van Zijn Geest.
O, prijst nu Zijn liefdemacht!
Prijst steeds Zijn liefdemacht,
Die ons verlost.
Zangbundel Johannes de Heer 169:2
(Overgenomen en bewerkt uit: ‘De Geestelijke betekenis van den Tabernakel’ van Joh. de Heer, door ds. Henk Schouten)
