Afbeelding en schaduw van hemelse dingen (34)
Joh. de Heer / ds. Henk Schouten • 90 - 2014 • Uitgave: 6
De Ark van het verbond (1)
‘Want het heeft de Vader behaagd dat in Hem heel de volheid wonen zou’ (Kolossenzen 1:19, HSV).
‘Dan zal Ik u daar ontmoeten en van boven het verzoendeksel, van tussen de twee cherubs, die zich op de ark van de getuigenis zullen bevinden, zal Ik met u spreken over alles wat Ik u voor de Israëlieten gebieden zal’ (Exodus 25:22, HSV).
We zijn gekomen bij het allerbelangrijkste uit het Allerheiligste. Laten we biddend proberen de heerlijke bedoeling van de afschaduwing in deze Ark te ontdekken. Het hele verlossingsplan staat of valt met hetgeen door de Ark werd afgeschaduwd. Men zou kunnen zeggen, zij bevatte de weg van paradijs tot paradijs. Slechts de ruwe schaar van ongeloof waagt het om de gouden draden die van de Ark uitgaan en waarmee de gehele Bijbel is doorweven, door te knippen.
Door de gescheurde voorhang gaan we in tot het binnenste heiligdom op een verse en levende weg naar de troon van God, waarvan het geslachte Lam het middelpunt is (Openbaring 5:6). Jezus Christus, de Alfa en de Omega, is het centrum van Gods troon, van de vier dieren, van de ouderlingen, van alles. Alle dingen bestaan door Hem.
God met ons
Wat de tabernakel in algehele zin was, was de Ark in het bijzonder: een heiligdom waarin God woonde. ‘Dan zal Ik u daar ontmoeten en van boven het verzoendeksel, van tussen de twee cherubs, die zich op de ark van de getuigenis zullen bevinden, zal Ik met u spreken’ (Exodus 22:25, HSV). ‘De ark waarbij de Naam wordt aangeroepen: de naam van de Heere van de legermachten, Die daarop troont, tussen de cherubs’ (2 Samuel 6:2, HSV). Hier is het heilige centrum van het Middelaarschap. ‘Want er is één God. Er is ook één Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus’ (1 Timoteüs 2:5, HSV). God kwam door Christus tot ons; wij gaan door Hem tot God. In de Ark vinden we Immanuël, God met ons.
Namen van de Ark
Deze Godsopenbaring in het vlees geschiedde in de voleinding van de eeuwen (Kolossenzen 1:26), zoals ook de dienst van het Heilige der Heiligen geschiedde op het einde van het jaar, namelijk op de Grote Verzoendag. De namen van deze Ark, die met het wierookvat, de enige voorwerpen waren, die zich in het Heilige der Heiligen bevonden, getuigen ook voldoende van haar belangrijkheid. Deze namen luiden:
• Ark der getuigenis (Exodus 25:22), vanwege de tafelen van de wet (of getuigenis), die zij bevatte.
• Ark van het verbond (Numeri 10:33), omdat de wetstafelen ook wel ‘tafelen van het verbond worden genoemd.
• Ark des Heren, omdat Jozua haar zo noemt (Jozua 3:13).
• Dan horen we nog de benaming Ark van God gebruikt door Samuël (1 Samuël 3:3),
• of Ark van Gods sterkte en de voetbank Zijner voeten (Psalm 132:7,8).
• Ten slotte lezen we dat Salomo haar ook de Ark Uwer kracht noemt (2 Kronieken 6:41).
Al was dus de volle betekenis voor de gelovigen van het Oude Verbond verborgen, zij zagen er toch meer in dan een gewone kist die tot de ceremoniële dienst van het heiligdom behoorde.
(Overgenomen en bewerkt uit: ‘De Geestelijke beteekenis van den Tabernakel’ van Joh. de Heer, door ds. Henk Schouten)
‘Want het heeft de Vader behaagd dat in Hem heel de volheid wonen zou’ (Kolossenzen 1:19, HSV).
‘Dan zal Ik u daar ontmoeten en van boven het verzoendeksel, van tussen de twee cherubs, die zich op de ark van de getuigenis zullen bevinden, zal Ik met u spreken over alles wat Ik u voor de Israëlieten gebieden zal’ (Exodus 25:22, HSV).
We zijn gekomen bij het allerbelangrijkste uit het Allerheiligste. Laten we biddend proberen de heerlijke bedoeling van de afschaduwing in deze Ark te ontdekken. Het hele verlossingsplan staat of valt met hetgeen door de Ark werd afgeschaduwd. Men zou kunnen zeggen, zij bevatte de weg van paradijs tot paradijs. Slechts de ruwe schaar van ongeloof waagt het om de gouden draden die van de Ark uitgaan en waarmee de gehele Bijbel is doorweven, door te knippen.
Door de gescheurde voorhang gaan we in tot het binnenste heiligdom op een verse en levende weg naar de troon van God, waarvan het geslachte Lam het middelpunt is (Openbaring 5:6). Jezus Christus, de Alfa en de Omega, is het centrum van Gods troon, van de vier dieren, van de ouderlingen, van alles. Alle dingen bestaan door Hem.
God met ons
Wat de tabernakel in algehele zin was, was de Ark in het bijzonder: een heiligdom waarin God woonde. ‘Dan zal Ik u daar ontmoeten en van boven het verzoendeksel, van tussen de twee cherubs, die zich op de ark van de getuigenis zullen bevinden, zal Ik met u spreken’ (Exodus 22:25, HSV). ‘De ark waarbij de Naam wordt aangeroepen: de naam van de Heere van de legermachten, Die daarop troont, tussen de cherubs’ (2 Samuel 6:2, HSV). Hier is het heilige centrum van het Middelaarschap. ‘Want er is één God. Er is ook één Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus’ (1 Timoteüs 2:5, HSV). God kwam door Christus tot ons; wij gaan door Hem tot God. In de Ark vinden we Immanuël, God met ons.
Namen van de Ark
Deze Godsopenbaring in het vlees geschiedde in de voleinding van de eeuwen (Kolossenzen 1:26), zoals ook de dienst van het Heilige der Heiligen geschiedde op het einde van het jaar, namelijk op de Grote Verzoendag. De namen van deze Ark, die met het wierookvat, de enige voorwerpen waren, die zich in het Heilige der Heiligen bevonden, getuigen ook voldoende van haar belangrijkheid. Deze namen luiden:
• Ark der getuigenis (Exodus 25:22), vanwege de tafelen van de wet (of getuigenis), die zij bevatte.
• Ark van het verbond (Numeri 10:33), omdat de wetstafelen ook wel ‘tafelen van het verbond worden genoemd.
• Ark des Heren, omdat Jozua haar zo noemt (Jozua 3:13).
• Dan horen we nog de benaming Ark van God gebruikt door Samuël (1 Samuël 3:3),
• of Ark van Gods sterkte en de voetbank Zijner voeten (Psalm 132:7,8).
• Ten slotte lezen we dat Salomo haar ook de Ark Uwer kracht noemt (2 Kronieken 6:41).
Al was dus de volle betekenis voor de gelovigen van het Oude Verbond verborgen, zij zagen er toch meer in dan een gewone kist die tot de ceremoniële dienst van het heiligdom behoorde.
(Overgenomen en bewerkt uit: ‘De Geestelijke beteekenis van den Tabernakel’ van Joh. de Heer, door ds. Henk Schouten)
