Afbeelding en schaduw van hemelse dingen (32)

Joh. de Heer / ds. Henk Schouten • 90 - 2014 • Uitgave: 4
Jezus Christus als de nieuwe en levende weg
(Exodus 26:31-33 en Hebreeën 10:20)

De voorhang, het gordijn dat scheiding maakte tussen het heilige en het heilige der heiligen, moest gemaakt zijn van dezelfde stof als waarvan de deksel van de poort van de voorhof én de deur van het heilige gemaakt waren, met dit verschil, dat in de voorhang ook Cherubim (engelen) waren geweven en het moest op ‘kunstige’ wijze gemaakt worden.

We willen de drie deuren tot de drie ruimtes eens met elkaar vergelijken:
1. De poort van de voorhof was geborduurd van fijn linnen, hemelsblauw, scharlaken en purper, gehangen aan vier pilaren met zilveren hoofden, staande op koperen voeten.
2. De deur van het heilige was geborduurd van dezelfde stof, de vijf pilaren waren echter met goud overtrokken en stonden op koperen voeten.
3. De voorhang van het heilige der heiligen onderscheidde zich daardoor, dat deze bijzonder kunstig was samengesteld, uit dezelfde stoffen doch doorweven van Cherubim, terwijl bovendien de vier pilaren met goud waren overtrokken en op zilveren voeten stonden.
De climax is opvallend. Naarmate de toegang kleiner wordt, blijkt de bewerking fraaier te worden. De poort van de voorhof was breed, die van het heilige was smaller, de voorhang naar het heilige der heiligen liet tenslotte slechts één mens door. Heel het volk mocht binnen de voorhof komen, in het heilige alleen de priesters en in het heilige der heiligen alleen de hogepriester en dat slechts éénmaal per jaar om tot de ark te naderen.

Door Jezus’ bloed
De voorhang is symbool voor niemand minder dan de Here Jezus zelf. Laten we naar Hem luisteren: ‘Komt allen tot mij die vermoeid en belast zijt’ (Matteüs 11:28). Het woord ‘allen’ wijst op de poort tot de voorhof. We horen de Here ook zeggen: ‘Indien iemand door Mij binnengaat, hij zal behouden worden en leven en overvloed hebben’ (Johannes 10:9-10). Hierbij sluit Hebreeën 10:19-20 aan: ‘Omdat wij nu, broeders, vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, langs de nieuwe en levende weg, die Hij voor ons heeft ingewijd door het voorhangsel, dat is Zijn vlees’ (Hebreeën 10:19-20). Duidelijker verklaring dan de Schrift ons geeft kunnen we niet hebben. Of we haar daarom volkomen begrijpen? Ik betwijfel of we daartoe ooit zullen komen. ‘Groot’, zo zegt de Schrift, ‘is deze verborgenheid: God geopenbaard in het vlees’ (1 Timoteüs 3:16).
De voorhang schetst ons de innige vereniging van de twee naturen van Christus, God en mens. Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (Johannes 1:14) en ook: ‘God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende’ (2 Korintiërs 5:19).

Uw ongerechtigheden
We gaan proberen iets van die verborgenheid te ontdekken en letten eerst op de Cherubim. Zonde dreef Adam en Eva uit het paradijs, vervolgens plaatste de Here God aan het oosten cherubim om de weg van het leven te bewaren (Genesis 3:23-24). Deze cherubim vormden de gesloten deur van het paradijs. De voorhang was ook tegen het oosten geplaatst en daarop waren ook cherubim, zij bewaakten de weg tot het heilige der heiligen. De cherubim spraken van scheiding bij het paradijs, zo maakte ook de voorhang scheiding tussen het heilige en het heilige der heiligen (Exodus 26:33).
Wat is de oorzaak van die scheiding? ‘Maar uw ongerechtigheden maken scheiding tussen u en uw God’ (Jesaja 59:2). Om die scheiding weg te nemen was er maar één mogelijkheid, de Here God heeft al onze ongerechtigheden op Jezus gelegd. ‘Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem’ (2 Korintiërs 5:21).
Kennen we en zijn we ervan verzekerd dat die gerechtigheid ook ons deel is?

(Overgenomen en bewerkt uit: ‘De Geestelijke beteekenis van den Tabernakel’ van Joh. de Heer, door ds. Henk Schouten)