Afbeelding en schaduw van hemelse dingen (3)

Joh. de Heer / ds. Henk Schouten • 88 - 2012 • Uitgave: 14/15
‘Spreek tot de kinderen Israëls, dat zij voor mij een hefoffer nemen…’
(Exodus 25:1-8)


Men moest een heiligdom maken van… Egyptisch materiaal (Exodus 12:35,36). In Egypte lag dus de oorsprong van de Tabernakel. Wat een heerlijke vertroosting zit daarin. ‘Bedenkt daarom dat gij, die vroeger heidenen waart naar het vlees… maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods… in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest’ (Efeziërs 2:11,20,22).

Het materiaal moest vrijwillig worden afgestaan, God dwingt niemand. Wel gebruikt Hij zijn legermacht om mensen gewillig te maken, maar daarna vraagt Hij ieder persoonlijk en vrijwillig de stap te zetten. Ook de ware tabernakel, Gods eigen Zoon kwam uit vrije wil op de zondige wereld en ook Hij werd geroepen uit Egypte (Matteüs 2:14-15). Het was door de 40 dagen vasten in de woestijn dat Hij toebereid en gezalfd kon worden door de Heilige Geest, zoals ook de Tabernakel voor zijn woestijnreis gezalfd en zichtbaar bedekt werd met Gods heerlijkheid. We kunnen dus én van Christus én van de Tabernakel zeggen, dat zij uit Egypte komen en dat zij gezalfd zijn en in de woestijn Gods heerlijkheid geopenbaard hebben.
Nu moeten we, om de volgende hoofdstukken beter te kunnen begrijpen, de verschillende materialen en kleuren in hun Bijbelse betekenis zien. Mocht er bij het lezen van de aangehaalde teksten één en ander nog vreemd lijken, later, bij de behandeling van de verschillende onderwerpen, zal men zien dat er voor Bijbelse woorden geen beter woordenboek is dan de Bijbel zelf.

Goud
Dit metaal is symbool van Gods heerlijkheid. Het nieuwe Jeruzalem is een stad van louter Goud. God bedekt zich met het licht als met een kleed (Psalm 104:2). Goud symboliseert het licht. De Laodicenzen wordt aangeraden zuiver goud te kopen om rijk te worden in geestelijke dingen (Openbaring 3:18). Goud is dus het zinnebeeld van de hemelse heerlijkheid. De heerlijkheid die ook voor de mens is bestemd. Want de heerlijkheid van Jezus was de heerlijkheid van Zijn Vader en diezelfde heerlijkheid geeft Hij aan de Zijnen, opdat zij één mogen zijn (Johannes 17:23).

Zilver
De munten waren van zilver. Ook voor de verkoop van mensen werd met zilver betaald. In de Bijbel komt dit ook voor in relatie tot loutering en reiniging. Al de getelden in Israël moesten een halve sikkel zilver opbrengen tot verzoening van hun ziel. Het geld deed verzoening, dat herinnerde aan de loskoop uit Egypte (Exodus 30:14-16). Deze getelden werden door God verzorgd en bewaard.

Koper
De heerlijkheid van God is goud, de verlossing door het bloed van de Here Jezus is zilver. De kracht van de Heilige Geest wordt uitgedrukt met koper. Men beweerde dat koper harder was dan staal (Job 40:13). De verheerlijkte Jezus stond als op koperen voeten. Zo kunnen gelovigen staan in de kracht van de Heilige Geest.

Hout
We komen nu bij de mens zelf. De gevallen mens is zwak als Sittim, (acaciahout)hout. Aan het hout is gezondigd. Zij die aan het hout hingen waren vervloekt. Dan denken we aan de verboden boom in het Paradijs. Op het hout is gezondigd, op het hout zijn onze zonden gedragen. De mens wordt vergeleken met hout om zijn geringheid, zijn zwakheid en zijn zondigheid te kennen te geven (Ezechiël 15:2-6). Hier op aarde is de gevallen mens nog vergelijkbaar met het zwakke Sittim-hout. Straks wanneer dit sterfelijke onsterfelijkheid zal hebben aangedaan zal het er heel anders uitzien. Dat is het beeld van de ceder, dat voor de tempel van Salomo werd gebruikt.

(Overgenomen en bewerkt uit: ‘De Geestelijke beteekenis van den Tabernakel’ van Joh. de Heer, door ds. Henk Schouten)