Afbeelding en schaduw van hemelse dingen (13)
Joh. de Heer / ds. Henk Schouten • 89 - 2013 • Uitgave: 6
Het wasvat
(Exodus 30:17-21)
Wat een eigenaardige oorsprong van het wasvat, het moest gemaakt worden van spiegels. Spiegels die geofferd waren door vrome vrouwen die voor gebed samenkwamen aan de deur van de tent der samenkomst (Exodus 38:8). Het wasvat zou komen tussen het altaar en het heiligdom en zou dienen tot reiniging van de priesters. Het water in het wasvat was uit de rots, die overal volgde (1 Korintiërs 10:4). Vorm en maat zijn niet nauwkeurig aangegeven. Het had een boven- en een ondergedeelte, dat ondergedeelte werd ‘voet’ genoemd. De priesters moesten zich daar altijd wassen wanneer zij het heiligdom ingingen ‘opdat zij niet zouden sterven’ (Exodus 30:20-21).
Met de reiniging, die door het wasvat wordt gesymboliseerd, komen wij bij het doel dat God ons gesteld heeft. Het heeft een dubbele betekenis.
1. Als koperen wasvat staat het symbool voor de kracht van de Heilige Geest;
2. Door het vullen met levend water uit de Rots, staat het symbool voor de reiniging door de Heilige Geest.
Ook de plaats waar het wasvat is opgesteld is gekozen. We komen eerst bij het altaar, dan bij het wasvat. Zij die gerechtvaardigd zijn (bij het altaar) moeten ook gereinigd worden (het wasvat).
Water en bloed
Reiniging is onafscheidelijk verbonden aan heiligmaking. Heiligmaking zonder reiniging is niet mogelijk, terwijl reiniging zonder heiligmaking een onvolledig werk zou zijn. Reiniging is als de negatieve en heiligmaking als de positieve stroom; zij beiden vormen het werk van de Heilige Geest in de mens.
Er bestaat een wonderlijke, verborgen verwantschap tussen het water en het bloed; beide vloeien voort uit de zijde van Jezus (Johannes 19:34). Later schrijft Johannes: ‘Dit is Hij, die gekomen is door water en bloed, Jezus Christus, niet slechts met water, maar met het water en met het bloed. En de Geest is het, die getuigt, omdat de Geest de waarheid is. Want drie zijn er, die getuigen in de hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze drie zijn één’ (1 Johannes 5:6-8).
De vervulling met de Heilige Geest wordt voorafgegaan door de reiniging door de Heilige Geest. Wij worden niet verlost ómdat wij goed zijn, maar ópdat wij goed gemaakt zouden worden. Het wasvat was pas na de zalving geschikt tot het reinigingswerk, dat wordt in de Schrift bevestigd. ‘Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was’ (Johannes 7:38,39).
Eerst reiniging, dan werk
Voordat de priesters hun dienst aanvaardden, werden zij geheel gewassen (Exodus 29:4-7). De Here Jezus verloste de Zijnen ‘om ons vrij te maken van alle ongerechtigheid, en voor Zich te reinigen een eigen volk, volijverig in goede werken’ (Titus 2:14). Dus ook hier eerst de reiniging dan het werk. De reiniging geschiedde door Gods Woord en Gods Geest. ‘Gij zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb’ (Johannes 15:3). En ‘Wie gebaad heeft, behoeft zich alleen de voeten te laten wassen, want hij is geheel rein’ (Johannes 13:10). Deze voetwassing moest geschieden ‘opdat zij niet sterven zouden’ (Exodus 30:20,21).
(Overgenomen en bewerkt uit: ‘De Geestelijke beteekenis van den Tabernakel’ van Joh. de Heer, door ds. Henk Schouten)
(Exodus 30:17-21)
Wat een eigenaardige oorsprong van het wasvat, het moest gemaakt worden van spiegels. Spiegels die geofferd waren door vrome vrouwen die voor gebed samenkwamen aan de deur van de tent der samenkomst (Exodus 38:8). Het wasvat zou komen tussen het altaar en het heiligdom en zou dienen tot reiniging van de priesters. Het water in het wasvat was uit de rots, die overal volgde (1 Korintiërs 10:4). Vorm en maat zijn niet nauwkeurig aangegeven. Het had een boven- en een ondergedeelte, dat ondergedeelte werd ‘voet’ genoemd. De priesters moesten zich daar altijd wassen wanneer zij het heiligdom ingingen ‘opdat zij niet zouden sterven’ (Exodus 30:20-21).
Met de reiniging, die door het wasvat wordt gesymboliseerd, komen wij bij het doel dat God ons gesteld heeft. Het heeft een dubbele betekenis.
1. Als koperen wasvat staat het symbool voor de kracht van de Heilige Geest;
2. Door het vullen met levend water uit de Rots, staat het symbool voor de reiniging door de Heilige Geest.
Ook de plaats waar het wasvat is opgesteld is gekozen. We komen eerst bij het altaar, dan bij het wasvat. Zij die gerechtvaardigd zijn (bij het altaar) moeten ook gereinigd worden (het wasvat).
Water en bloed
Reiniging is onafscheidelijk verbonden aan heiligmaking. Heiligmaking zonder reiniging is niet mogelijk, terwijl reiniging zonder heiligmaking een onvolledig werk zou zijn. Reiniging is als de negatieve en heiligmaking als de positieve stroom; zij beiden vormen het werk van de Heilige Geest in de mens.
Er bestaat een wonderlijke, verborgen verwantschap tussen het water en het bloed; beide vloeien voort uit de zijde van Jezus (Johannes 19:34). Later schrijft Johannes: ‘Dit is Hij, die gekomen is door water en bloed, Jezus Christus, niet slechts met water, maar met het water en met het bloed. En de Geest is het, die getuigt, omdat de Geest de waarheid is. Want drie zijn er, die getuigen in de hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze drie zijn één’ (1 Johannes 5:6-8).
De vervulling met de Heilige Geest wordt voorafgegaan door de reiniging door de Heilige Geest. Wij worden niet verlost ómdat wij goed zijn, maar ópdat wij goed gemaakt zouden worden. Het wasvat was pas na de zalving geschikt tot het reinigingswerk, dat wordt in de Schrift bevestigd. ‘Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was’ (Johannes 7:38,39).
Eerst reiniging, dan werk
Voordat de priesters hun dienst aanvaardden, werden zij geheel gewassen (Exodus 29:4-7). De Here Jezus verloste de Zijnen ‘om ons vrij te maken van alle ongerechtigheid, en voor Zich te reinigen een eigen volk, volijverig in goede werken’ (Titus 2:14). Dus ook hier eerst de reiniging dan het werk. De reiniging geschiedde door Gods Woord en Gods Geest. ‘Gij zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb’ (Johannes 15:3). En ‘Wie gebaad heeft, behoeft zich alleen de voeten te laten wassen, want hij is geheel rein’ (Johannes 13:10). Deze voetwassing moest geschieden ‘opdat zij niet sterven zouden’ (Exodus 30:20,21).
(Overgenomen en bewerkt uit: ‘De Geestelijke beteekenis van den Tabernakel’ van Joh. de Heer, door ds. Henk Schouten)
