Adam, waar ben je? (2)

Feike ter Velde • 76 - 2000/01 • Uitgave: 19
HET IS EEN TEKST UIT DE LAATSTE PROFEET VAN HET OUDE TESTAMENT, DAT MET DE KOMST VAN DE HERE, HIJ OOK HET HART DER VADEREN TERUG ZAL VOEREN TOT DE KINDEREN EN HET HART DER KINDEREN TOT HUN VADEREN. ER IS KENNELIJK VEEL STUK IN DEZE RELATIE. MAAR ER IS GENEZING IN RELATIES MOGELIJK HOE GROOT DE BROKKEN OOK ZIJN. ADVENTSPREDIKING IS OPWEKKINGSPREDIKING!

Het slot van het Oude Testament is een vloek over een natie, waarvan de ouders de kinderen de rug toekeerden en de kinderen de ouders. De generatiekloof was zo groot geworden dat mensen die zelf niet meer konden overbruggen. Daartoe moest een bijzondere dienstknecht van God, met een bijzonder krachtige bekeringsprediking - hier gaat het om Johannes de Doper - tot het land komen. Zijn prediking - zoals door de profeet Maleachi (Mal. 4:5,6) geschilderd - werd gehoord tegen de achtergrond van het komende gericht. Het is eindtijdprediking tot het volk van God. Het goddelijke 'Wee u' klinkt er doorheen. Er spreekt hier een man vervuld van de vreze des Heren en staande in de kracht van de Heilige Geest.

Het is eindtijdprediking tot een natie in zonde en ongeïnteresseerdheid in het Woord van de levende God. Het is een Adventsprediking tot een generatie die het huwelijk heeft onteerd, tot mannen die zich met vreemde vrouwen hebben afgegeven (2:14), tot een generatie die moest horen "weest op uw hoede voor uw hartstocht" (2:16). Duizenden kinderen lijden vandaag onder de slechte huwelijken van hun ouders, de spanningen in huis en de dingen waarvan ik in het vorige artikel enkele voorbeelden gaf.

Adventsprediking is ook oordeelsprediking! Er klinken heldere waarschuwingen in door. "Wie kan de dag van Zijn komst verdragen, en wie zal bestaan als Hij verschijnt?" (3:2). Wat een machtige boodschap klinkt hier in verband met de komst van de Messias.

Het is oordeel, maar ook genade. De voorwaarde is een radicale bekering: "Keer terug tot Mij" (3:7) roept de Here vanuit de hemel. Ondanks alle zonden van het volk van God, die hier met naam en toenaam worden genoemd, blijft Hij de Onveranderlijke! Hij wil nog steeds genade schenken, vergeving aanbieden en genezing in gebroken relaties.

Zo mag ook vandaag de Adventsboodschap klinken over ons land. Het oordeel? Ja, ook het oordeel moet erin doorklinken. Want het kan niet altijd maar zo doorgaan. De zonde van onze samenleving zijn de zonden van elk individueel lid daarvan. De zonde van ons volk zijn ook onze zonden. Kerkelijke onderzoeken tonen telkens weer aan dat kerkmensen - vooral jongeren - op de meeste punten niet wezenlijk anders denken en doen dan mensen van de wereld. Wat we vroeger 'wereldgelijkvormigheid' noemden heeft ernstige schade aangericht aan heel de kerk des Heren in ons land. Mooie preken hebben dat niet kunnen voorkomen (2:8.9).

Het grote geheim van het christenleven is, dat het kind in het gezin van vader en moeder zelf hoort over de dingen van God. Dat er gepraat wordt, gebeden, geluisterd naar elkaar. Het is vandaag nodig om het vaderschap en moederschap te leren in de praktische dingen, vooral in de communicatie tussen ouders en kinderen. Kinderen zijn niet je eigendom, je bezit. Je kunt niet ongelimiteerd het kind je eisen opleggen. Je kunt niet ongestraft je kind in het keurslijf persen van het voorbeeldige christelijke gezin. Je kunt van je kind niet eisen dat het zijn of haar leven inricht zoals jij dat wilt. Je kunt het niet en je mag het niet. Want dit kind is niet je bezit.

LIEFDE EN RESPECT
Het is van groot belang dat ouders leren om het kind met liefde èn met respect op te voeden. Dat begint al heel jong. Het kind moet al vroeg leren aan de hand van vader en moeder zelf keuzes te maken. De goede kanten en de slechte kanten moeten aan het kind op zijn niveau worden uitgelegd. Elke manipulatie is
altijd uit den boze! Het kind manipuleren toont dat je als ouders geen respect hebt voor de eigen persoonlijkheid van het kind. Manipuleren is op slinkse wijze toch voor elkaar krijgen wat niet de keuze van het kind zelf is. Kinderen voelen al heel jong aan dat ouders die dit doen niet te vertrouwen zijn.

Vaders en moeders moeten voor het kind honderd procent betrouwbaar zijn. Dàt is zijn veilige haven. Zonder die veilige haven kan het kind de woeste zee van het leven niet op. Dan komt het om! Daarin ligt veel tragiek. Op allerlei manieren kan het in de relatie met het kind fout gaan. Veel vaders zijn zelf niet de fase van het kind-zijn ontgroeid. Stoere kerels soms, maar met harten als van kinderen. Bang om zelf beslissingen te nemen, bang om verlaten te worden, bang om een flater te slaan. Onzeker in het geven en ontvangen van liefde omdat ze dat vroeger nooit hebben geleerd. Daarin liggen vaak de achtergronden van een falend vaderschap. Het kind, vooral de zoon, kan zo spoedig zijn concurrent in het huis worden. Vanaf ongeveer het twaalfde levensjaar van de zoon beginnen de spanningen tussen hem en zijn vader. Dat ligt niet aan de zoon, maar aan de vader. Hij begint vanaf die leeftijd zijn zoon af te wijzen, soms zelfs te haten. Hij laat op allerlei wijzen weten dat hij zijn buik vol heeft van zijn onwillige zoon. Hij vlucht in zelfmedelijden en dan zouden alle alarmbellen moeten rinkelen. Er dreigt gevaar! Hij, deze vader, heeft hulp nodig en zijn zoon moet gered worden. Onwetend kunnen vader en kind zo in veel ellende wegzakken.

Ik herinner mij de problemen met mijn oudste zoon, toen hij vijftien of zestien jaar oud was nog heel goed. Ik voelde me onmachtig, ik zag een groots falen van mezelf aankomen. Ik wist niet wat ik moest doen. Ik riep de Here aan in mijn nood. Mijn zoon ging steeds meer zijn eigen weg, in de keuze van zijn muziek, in de keuze van zijn vrienden, we konden niet meer goed met elkaar praten, de antwoorden op vragen van mij werden ontweken of hij loog keihard. Hij sloeg de deur dicht als ik wat zei en liet mij in ontreddering achter. Wat is er toch fout gegaan? Waar heb ik gefaald? Die dagen waren soms zwaar en somber.

Toen besloot ik een vriend te bellen, die vier zonen had. Ze waren enkele jaren ouder dan onze oudste zoon. We hebben lang gepraat, ik heb hem mijn nood verteld en hij zei: "Je moet hem eerst loslaten. Hij is niet jouw bezit. Laat hem los, ook voor het Aangezicht van de Here, dan krijg je hem straks anders terug. Ik dronk die woorden in. Ze waren m'n enige houvast. Hij heeft met me gebeden en voor me gebeden. Ik zag in dat ik mij moest bekeren van mijn heerszucht, van mijn manipulatie, van mijn angst dat het zonder mij nooit goed zou komen, van mijn hoogmoed en van mijn ongeloof voor mijn kind. Achteraf kan ik zeggen: De Here heeft wonderen gedaan, meer dan ik ooit had durven denken of hopen.

In deze tijd, waarin onze gezinnen onder steeds grotere druk staan van een goddeloze samenleving, van de geest van de tijd, hebben we vaders nodig die mannen zijn en leren worden 'Mannen naar Gods beeld'. De roep klinkt nog steeds: 'Adam, waar ben je?"

Er is hoop, omdat de Here "het hart der vaderen wil terugvoeren naar de kinderen", voordat Hij komt! Dat is het goede Adventsnieuws!

Feike ter Velde