Achtendertig jaar leefde ik zonder God
- Het bijzondere getuigenis van Jan de Voogt -
We gingen vroeger niet vaak naar de kerk, hoewel mijn ouders Nederlands Hervormd waren. In ons gezin heersten discipline en liefde. Ik werd geboren in 1929. Na de oorlogsjaren ging ik naar catechisatie. Onze ouders lieten ons verder volkomen vrij in onze keuzes. Ik voelde me het meest thuis bij de vrijzinnige stroming in de Hervormde kerk, maar ik sloot me nergens bij aan. De kerkelijke ruzies stootten mij af; ik wilde er niet bij horen. Mijn laatste contact met het christelijk geloof was in 1951 tijdens een retraite in militaire dienst. De dominee verklaarde de hele wereld verdoemd en dat was voor mij de druppel die de emmer deed overlopen. Ik keerde het christendom de rug toe.
Na mijn studie ben ik getrouwd, we kregen kinderen, die ik leerde vooral op zichzelf te vertrouwen. Mijn huwelijk eindigde in een echtscheiding.
Hoewel geestelijke dingen mij altijd wel interesseerden noemde ik mezelf atheïst. In 1989 tijdens mijn verblijf in de Verenigde Staten zou alles echter anders worden. Voor mijn werkgever verbleef ik o. a. vijf weken in een hotel in de plaats Bethesda, even ten noorden van Washington D.C. Daar nam ik eens de Bijbel uit de la, die daar - zoals in bijna alle Amerikaanse hotels - door de Gideons was neergelegd. Ik begon te lezen, vooraan, bij Genesis. Het duurde niet lang of ik werd gegrepen door de taal van de Bijbel en ik raakte ervan overtuigd, dat deze taal een bovennatuurlijke oorsprong moest hebben. Ik las het hele boek Genesis uit. Daarna las ik ook in het laatste bijbelboek, de Openbaring. Dat vond ik echter te moeilijk.
Kort daarna kreeg ik contact met een kennis, die ik al meer dan twintig jaar niet had gezien. Hij nodigde mij uit bij hem thuis in Wilmington - ongeveer twee uur rijden van Bethesda. Toen ik daar aankwam vroeg hij: "Lees je wel eens inde Bijbel?". '1a", zei ik verbaasd, "daar ben ik net mee begonnen". Hij nodigde mij ook uit met hem mee te gaan naar de kerk. Zonder enige verwachting ging ik mee, naar de Bethel Baptist Church. Ik was echter uiterst verwonderd toen de voorganger de titel van zijn preek aankondigde: 'Van Genesis tot Openbaring'. Vanaf dat moment gebeurden er allerlei wonderlijke dingen.
Aan het einde van dat jaar, terug in Nederland, bracht ik enkele weken door in Amsterdam. De kerstdagen vierde ik bij een kennis, die een half jaar daarvoor wedergeboren bleek te zijn. Eerst toen begreep ik, dat ik óók tot een levend geloof, tot wedergeboorte was gekomen. Ik kreeg een onverklaarbaar verlangen om gedoopt te worden. Uiteindelijk is dat verlangen in vervulling gegaan. Ik ben gedoopt, door onderdompeling, in de Jordaan, in Israël. Tijdens die doopdienst heb ik ervan getuigd: "Ik wil de Here Jezus volgen". Het was september 1990.
Ik denk er nog vaak aan terug en realiseer mij, dat ik een wonderbare weg mocht gaan. Ik was gescheiden en ging deze geloofsweg geheel alleen, alsof de Here mij voor deze periode heeft willen afzonderen. Daarna zag ik echter in, dat echtscheiding wel degelijk als zondig moet worden aangemerkt. Na veel gebed daarover, heeft de Here mij naar de moeder van mijn kinderen - mijn ex-vrouw - teruggebracht. Ze was erg blij dat ik opnieuw met haar wilde trouwen.
Het begon in Bethesda. In het bijbelse Bethesda was een mens, die daar achtendertig jaar gelegen had. Jezus genas hem en zei: "Zondig niet meer, opdat u niet wat ergers geschiede" Qoh. 5:14). Achtendertig jaar had deze man in het bijgeloof geleefd en niet op de Here vertrouwd. Nu kon hij wandelen met God. Jezus had hem genezen. Ik bedacht me: net als ik. Achtendertig jaar (van 1951 tot 1989) had ik niet gewandeld met God. Dat was mijn zonde. Nu ben ik door Jezus genezen. Ik wil Hem loven en prijzen voor Zijn genade!
Jan de Voogt
We gingen vroeger niet vaak naar de kerk, hoewel mijn ouders Nederlands Hervormd waren. In ons gezin heersten discipline en liefde. Ik werd geboren in 1929. Na de oorlogsjaren ging ik naar catechisatie. Onze ouders lieten ons verder volkomen vrij in onze keuzes. Ik voelde me het meest thuis bij de vrijzinnige stroming in de Hervormde kerk, maar ik sloot me nergens bij aan. De kerkelijke ruzies stootten mij af; ik wilde er niet bij horen. Mijn laatste contact met het christelijk geloof was in 1951 tijdens een retraite in militaire dienst. De dominee verklaarde de hele wereld verdoemd en dat was voor mij de druppel die de emmer deed overlopen. Ik keerde het christendom de rug toe.
Na mijn studie ben ik getrouwd, we kregen kinderen, die ik leerde vooral op zichzelf te vertrouwen. Mijn huwelijk eindigde in een echtscheiding.
Hoewel geestelijke dingen mij altijd wel interesseerden noemde ik mezelf atheïst. In 1989 tijdens mijn verblijf in de Verenigde Staten zou alles echter anders worden. Voor mijn werkgever verbleef ik o. a. vijf weken in een hotel in de plaats Bethesda, even ten noorden van Washington D.C. Daar nam ik eens de Bijbel uit de la, die daar - zoals in bijna alle Amerikaanse hotels - door de Gideons was neergelegd. Ik begon te lezen, vooraan, bij Genesis. Het duurde niet lang of ik werd gegrepen door de taal van de Bijbel en ik raakte ervan overtuigd, dat deze taal een bovennatuurlijke oorsprong moest hebben. Ik las het hele boek Genesis uit. Daarna las ik ook in het laatste bijbelboek, de Openbaring. Dat vond ik echter te moeilijk.
Kort daarna kreeg ik contact met een kennis, die ik al meer dan twintig jaar niet had gezien. Hij nodigde mij uit bij hem thuis in Wilmington - ongeveer twee uur rijden van Bethesda. Toen ik daar aankwam vroeg hij: "Lees je wel eens inde Bijbel?". '1a", zei ik verbaasd, "daar ben ik net mee begonnen". Hij nodigde mij ook uit met hem mee te gaan naar de kerk. Zonder enige verwachting ging ik mee, naar de Bethel Baptist Church. Ik was echter uiterst verwonderd toen de voorganger de titel van zijn preek aankondigde: 'Van Genesis tot Openbaring'. Vanaf dat moment gebeurden er allerlei wonderlijke dingen.
Aan het einde van dat jaar, terug in Nederland, bracht ik enkele weken door in Amsterdam. De kerstdagen vierde ik bij een kennis, die een half jaar daarvoor wedergeboren bleek te zijn. Eerst toen begreep ik, dat ik óók tot een levend geloof, tot wedergeboorte was gekomen. Ik kreeg een onverklaarbaar verlangen om gedoopt te worden. Uiteindelijk is dat verlangen in vervulling gegaan. Ik ben gedoopt, door onderdompeling, in de Jordaan, in Israël. Tijdens die doopdienst heb ik ervan getuigd: "Ik wil de Here Jezus volgen". Het was september 1990.
Ik denk er nog vaak aan terug en realiseer mij, dat ik een wonderbare weg mocht gaan. Ik was gescheiden en ging deze geloofsweg geheel alleen, alsof de Here mij voor deze periode heeft willen afzonderen. Daarna zag ik echter in, dat echtscheiding wel degelijk als zondig moet worden aangemerkt. Na veel gebed daarover, heeft de Here mij naar de moeder van mijn kinderen - mijn ex-vrouw - teruggebracht. Ze was erg blij dat ik opnieuw met haar wilde trouwen.
Het begon in Bethesda. In het bijbelse Bethesda was een mens, die daar achtendertig jaar gelegen had. Jezus genas hem en zei: "Zondig niet meer, opdat u niet wat ergers geschiede" Qoh. 5:14). Achtendertig jaar had deze man in het bijgeloof geleefd en niet op de Here vertrouwd. Nu kon hij wandelen met God. Jezus had hem genezen. Ik bedacht me: net als ik. Achtendertig jaar (van 1951 tot 1989) had ik niet gewandeld met God. Dat was mijn zonde. Nu ben ik door Jezus genezen. Ik wil Hem loven en prijzen voor Zijn genade!
Jan de Voogt