‘Ach dominee, dat moet voor u geen probleem zijn’

Yme Horjus • 96 - 2020 • Uitgave: 7
over hermeneutiek (deel 1)

In het Nederlands Dagblad van donderdag 27 februari 2020 stond een kort berichtje van een lezer in de rubriek ‘Ik en mijn huis’. Er stond een kopje boven dat luidde: hermeneutiek. Het bleek door een predikant te zijn geschreven:

“Jaren geleden had ik al te dealen met ‘nieuwe hermeneutiek’. Ter voorbereiding van een jeugddienst in mijn (synodaal) Gereformeerde Kerk had ik een voorgesprek met een aantal jongeren. Een van hen vertelde mij, wat de tekst van de preek moest worden, en tegelijk ook wat de strekking van de preek moest zijn. ‘Maar, zei ik, ‘dat staat helemaal niet in die tekst!’ Toen antwoordde de jongen vol vertrouwen: ‘Ach dominee, dat moet voor u geen probleem zijn. Dat lukt u wel.’”

De jongen in kwestie had vast een bepaalde uitleg en toepassing op het oog voor het Bijbelgedeelte dat in die jeugddienst aan de orde moest komen. De dominee moest zich daar maar bij aanpassen of er een geschikte mouw voor zien te vinden. Linksom of rechtsom, er moest dát gezegd worden over wat deze jongen in zijn gedachten had over de tekst en wat voor zijn leeftijdsgenoten relevant kon zijn. Het was die jongen misschien wel ontgaan dat hij de Bijbel iets anders wilde laten zeggen dan de tekst toelaat. In ieder geval interpreteerde de predikant diens opmerking als een verkapte uitnodiging om de Bijbel op dat punt te laten buikspreken.

Voor ons anno 2020?
Hermeneutiek als uitdrukking boven dat artikeltje vinden wij een moeilijk woord, maar het betekent niets anders dan de vertolking van de taal van de Bijbel in het hier en nu van onze tijd. Je zou ook kunnen denken aan het begrip ‘vertaalslag’. Wat betekent een Bijbelwoord dat zoveel eeuwen geleden opgeschreven is voor ons anno 2020? Inderdaad zijn sommige Bijbelteksten niet altijd zonder meer toegankelijk om één op één voor vandaag van toepassing geacht te kunnen worden. Men leefde toen in een andere tijd en in een andere cultuur. Men sprak ook een andere taal. Er gaapt dus al met al een kloof tussen toen en nu. Er zijn voorschriften in de Bijbel die alles te maken hebben met het leven zoals het toen werd geleefd. Je mag – zo zegt men in de denkwereld van de hermeneutiek – er niet zonder meer van uitgaan dat teksten van toen dezelfde betekenis hebben voor ons leven aan het begin van het tweede decennium van de 21e eeuw.

Andere voorbeelden
Het zal voor ieder van ons duidelijk zijn dat voor de eerste lezers van het Nieuwe Testament de oproep van Paulus om elkaar te groeten met de ‘heilige kus’ heel anders klonk dan voor ons in de corona-pandemie van 2020. Zoiets paste in die tijd, zo begroette men elkaar of nam men op deze wijze van elkaar afscheid. Wij moeten er nu niet meer aan denken en bewaren anderhalve meter afstand! Ook komt het mij voor dat aan de opdracht die de Here Jezus aan zijn discipelen geeft om ‘elkaar de voeten te wassen’ niet veel gevolg wordt gegeven in de gemeente van vandaag. Letterlijk zegt de Heer: ‘Indien nu Ik, uw Here en Meester, u de voeten gewassen heb, behoort ook gij elkander de voeten te wassen; want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat ook gij doet, gelijk Ik u gedaan heb’ (Johannes 13:13-14). De paus kent als jaarlijks ritueel de voetwassing van 12 armen in Rome, die daarvoor zijn geselecteerd, maar verder ken ik geen andere voorbeelden in de kerkelijk wereld van vandaag. De evangelische theoloog John Stott heeft bij zijn leven daarover iets verhelderends gezegd. Hij is er niet voor dat wij een gebruik dat voor de hygiëne toen gangbaar was, klakkeloos kopiëren, maar naar zijn bedoeling gaan toepassen. Voeten wassen behoorde in die dagen tot het werk van slaven. Daarom reageerde Petrus ook zo afwijzend dat de Here Jezus dat bij hem wilde verrichten. Dus in ons geval houdt dat in: voor mensen de afwas doen of een ander karwei waarmee je dienstbaar bent aan een ander. Het letterlijk de voeten wassen zou dan immers de plank volkomen misslaan, omdat we die opdracht in zijn essentie misverstaan! Het woord van de Here Jezus draagt het gewaad van Zijn tijd. Wij moeten Zijn bedoeling hullen in het gewaad van ónze tijd.

Een schande voor een man
Ik zou nog vele andere voorbeelden kunnen noemen. Paulus is tamelijk pertinent in zijn aanbeveling aan jonge weduwen dat zij hertrouwen en kinderen krijgen (1 Timotheüs 5:14). Hij ziet er allemaal onheil van komen, omdat ‘zij zich eraan wennen de huizen rond te gaan bij gebrek aan bezigheid’. Het is bijna meer dan een dringend advies: Paulus wil dat gedoe van ledigheid niet in de gemeente van Christus. Het leidt maar tot praatjes, zegt de apostel en tot spreken over onbehoorlijke dingen. Ook kennen we zijn uitspraak dat het ‘de natuur u leert’ dat het een schande voor een man is, dat hij lang haar draagt (1 Korinthe 11:14). Het is bijna te gewaagd om te veronderstellen dat Paulus zich hier vergist met het door elkaar halen van natuur en cultuur, maar die gedachte dringt zich wel aan ons op. Ik kan dit dilemma alleen verklaren als ik ervan uitga dat de Bijbel voor honderd procent Gods Woord is én honderd procent mensenwoord. De verhouding tot elkaar is het geheimenis van de Schrift zelf. De Bijbel deelt dit geheimenis in vergelijkbare zin met de Here Jezus, die ook honderd procent God is én honderd procent mens.

Hermeneutiek is een serieuze theologische discipline en tak van wetenschap. Het is een belangrijk hulpmiddel voor de uitlegging, maar is tegelijkertijd vatbaar voor misbruik en kan helaas gaan fungeren als relativering van de zeggingskracht van een Bijbelpassage. Maar de waarde van de hermeneutiek is dat wij oog krijgen voor het gegeven dat wij de Bijbel lezen met een bepaalde verstaansbril. Of we willen of niet, we lezen de Bijbel met ogen van de 21e eeuw! In het Engelse taalgebied kent men twee woorden voor betekenis: ‘meaning’ en’ significance’. Het eerste woord staat voor betekenis ‘toen’ en het tweede woord voor betekenis ‘nu’, voor mensen van vandaag. Het elkaar de voeten wassen als meaning in de tijd van stoffige wegen ten tijde van het ontstaan van het Nieuwe Testament heeft dan zijn doorvertaling in de significance voor nu in het boodschappen doen voor iemand die zijn of haar huis niet meer uitkomt.

Populaire Bijbeluitleg
De Engelse theoloog Chris Wright waarschuwt voor de hedendaagse gevaren van een onevenwichtige nadruk op de rol van de lezer. Dit kan de tekst als document van uitleg tekort doen. De autoriteit over de tekst mag uiteindelijk niet bij de lezer komen te liggen. Dat is veel te postmodern en voert tot individualistisch en geprivatiseerd Bijbellezen. Bepaalde populaire vormen van evangelische Bijbeluitleg neigen hier wel toe, waarbij men zich telkens afvraagt: ‘Wat betekent deze tekst voor mij?’ ‘Wat spreekt mij aan?’ ‘Wat kan ik ermee?’ Het punt waar het hier om gaat is, dat een lezer niet zomaar elke uitleg aan de Bijbeltekst kan geven.

Ik merk wel eens dat mensen zeggen of denken – en hoe vaak denk ik dat zelf ook – dat een Bijbelpassage dit of dat zegt en dat zoiets in algemene zin ook wel waar is, maar zelf menen ze dat die algemene waarheid op hen persoonlijk niet van toepassing is. Zij zijn er dan niet aan gehouden! Voor zoveel andere mensen is het helemaal adequaat en zeker van toepassing maar in hún geval niet, want er is een reden waarom zij daaraan ontheven zijn. Deze gelovigen zijn dan zonder dat ze zich dat mogelijk bewust zijn op zoek naar het bekende smalle geitenpaadje waarlangs ze zonder het in de gaten te hebben aan de klem van het concrete Bijbelwoord willen ontsnappen. En hoe vaak bezondig ik mijzelf daar ook aan, denk ik dan. Want arglistig is ons hart, wie kan het kennen?

Geloven in eigen drogreden
Zo heb ik in mijn gemeentepastoraat een zuster horen zeggen dat haar vreemdgaan en de daarop volgende echtscheiding haar niet aan te rekenen viel, want de nieuwe man in haar leven was een geschenk van God. Het was haar niet aan het verstand te brengen dat ze daarmee een drogreden volgde. Maar ze gelóófde in haar eigen drogreden en meende ook dat ze Bijbels gesproken gelegitimeerd was het avondmaal mee te vieren, want tussen haar en God was alles goed.

We zullen allemaal wel een beetje lijden aan deze persoonlijke en privé manier van Bijbellezen. Maar laten we proberen toch eerst recht te doen aan de ‘meaning’ van de tekst zonder meteen al te willen doorschieten naar de ‘significance’. Bij Paulus lezen we erover: ‘Elk van God ingegeven Schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle werk volkomen toegerust’ (2 Timotheüs 3:16-17). Daarom éérst trachten te lezen wat er staat en pogen te doorgronden wat de Bijbelschrijver van toen heeft willen zeggen en pas daarna toekomen aan de strekking voor vandaag aan de hand van de bedoeling die wij door de Heilige Geest mogen verstaan. Meaning en significance zouden toch echt in elkaars verlengde moeten liggen.

Yme Horjus