(Aan)Bidden

Martin Penning • 94 - 2018 • Uitgave: 20
In de Bijbel zien we dat schrijvers, geïnspireerd door de Heilige Geest, woorden hebben gevonden om de Heere te aanbidden.

‘Heere, Uw goedertierenheid reikt tot in de hemel,
Uw trouw tot de wolken.
Uw gerechtigheid is als de machtige bergen,
Uw oordelen zijn als de grote watervloed;
mensen en dieren verlost U, Heere’
(Psalm 36:6-7).

Ook in de brieven van Paulus zien we momenten van aanbidding. Zo begint hij de brief aan de Korinthiërs met: ‘Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de barmhartigheden en de God van alle vertroosting’ (2 Korinthe 1:3).

Meewerken
Aanbidding is de juiste geestelijke respons op Gods heerlijkheid en majesteit. Echte aanbidding speelt zich af in het christenleven van iedere dag. De omstandigheden waar deze aanbidding in plaatsvindt zijn niet altijd gunstig. Paulus spreekt bijvoorbeeld over verdrukking, lijden en vertroosting. De benauwdheden waren wel zo groot geworden dat het zelfs dodelijk had kunnen aflopen.

Maar even verder kunnen we lezen dat hij de broeders en zusters bedankt voor hun gebeden. Deze gebeden zijn tot hulp geweest: ‘Terwijl u ons ook mede te hulp komt door het gebed’ (2 Korinthe 1:11). De gemeente in Korinthe was aan het meewerken door het gebed. Je zou het misschien niet zeggen, maar bidden is meewerken. En het is nog zwaar werk ook. Paulus rekent ook op de verhoring van de gebeden. Hij is geen individualist die alleen zijn weg gaat en zich niets aantrekt van andere gelovigen. Hij weet dat hij hen nodig heeft.

Maandagmorgen
Iedere maandagmorgen komen de werkers van Het Zoeklicht bij elkaar om God te aanbidden en al het werk van Het Zoeklicht aan Hem op te dragen. Dit zijn heerlijke momenten in Gods tegenwoordigheid. Er staat de komende tijd veel te gebeuren. Vanaf oktober zal Het Zoeklicht niet meer tweewekelijks, maar één keer per maand uitkomen. Ook wordt er druk gewerkt aan een programma voor volgend jaar, als we mogen vieren dat Het Zoeklicht 100 jaar bestaat. Jullie, lezers, kunnen ons daarbij helpen. (Aan)Bid je met ons mee? Het zou ons tot hulp zijn!

Martin Penning