Aad Vellekoop: 'Ik heb alles achtergelaten!'

Feike ter Velde • 89 - 2013 • Uitgave: 8
Hij is beroepsmilitair bij de Koninklijke Luchtmacht. Zijn functie is senior loadmaster instructor en ook aerial gun instructor. De helikopterbewapening is voor zelfverdediging, waaronder de MAG – 7.62 mm mitrailleur. Zijn rang is adjudant. Zijn dagelijks werk is vooral rond de helikopters, met name het type Cougar, waarvan er acht operationeel zijn. Ze zijn bestemd voor het vervoer van materieel en troepen. Er zijn zeventien van.
Aad (Arie Eize-Jan) Vellekoop (53) is uitgezonden geweest naar verschillende oorlogsgebieden, waaronder tweemaal Irak, Joegoslavië, Bosnië en Afghanistan.


Gedurende de uitzending naar verschillende oorlogsgebieden zijn eigenlijk mijn ogen pas goed opengegaan voor de ontreddering van de mensheid en het reddingsplan van God. De enorme armoede, het onvoorstelbare oorlogsleed, de kinderen, de meest kwetsbare mensen, jongeren die weinig of geen kansen krijgen in het leven. Het laat zien hoe de wereld bloedt uit duizend wonden. In die oorlogsgebieden heb ik dat voor het eerst diep gevoeld en doorleefd. Daardoor ben ik me ook veel meer bewust geworden van mijn geloof in de Here Jezus Christus. Vandaag mag ik een dienaar van Hem zijn, ook in onze Gemeente.

Vrijheidsberoving
Ik ben geboren in Delft, maar opgegroeid in Honselersdijk in het Westland. Mijn vader was werkzaam in de tuinbouw. Ik heb twee oudere zussen, een jongere broer en daaronder nog een zus. We gingen nooit naar de kerk, hoewel mijn ouders, vooral mijn vader, een kerkelijke achtergrond hebben. Ik vermoed dat mijn vader in de Hervormde kerk is opgegroeid. Tussen mijn vierde en achtste levensjaar ging ik naar de zondagsschool, maar daar herinner ik me niet veel meer van. We gingen naar de openbare school. Ik vond de eerste jaren vooral vrijheidsberoving. Met een vriendinnetje, Antoinette, liep ik regelmatig weg van school. Dan werden we opgespoord en teruggebracht naar de klas. Toch heb ik goede herinneringen aan mijn schooltijd. Ik was nogal sportief, dus spelletjes en sport waren mij op het lijf geschreven. Ik wilde bij wedstrijden ook altijd winnen. Ik was als kind erg verlegen, hoewel ik erg sterk was. Ik had een hekel aan onrecht en was er altijd op uit om de zwakke te beschermen. Ik kon er echt op los slaan.
Ik heb goede herinneringen aan thuis. Mijn ouders zijn na drieëndertig jaar huwelijk gescheiden. Alle kinderen waren toen al de deur uit. Op een dag belde mijn vader of ik even langs wilde komen. Hij zei dat ze uit elkaar zouden gaan. Mijn moeder zat er bij, maar zei niets. Ze is er nog steeds emotioneel onder. Kortgeleden is de oudste broer van mijn vader overleden. Mijn moeder had een kaart gekregen, maar had moeite om naar de begrafenis te gaan. Ze zei toen wel dat ze nog steeds van mijn vader hield. Mijn vader gelooft wel, maar hij is volgens mij erg bang voor de dood. Misschien is hij bang voor de verantwoording die hij dan moet afleggen voor God, omdat hij bij mijn moeder is weggegaan. Ik denk dat hij dát als schuld voelt. Hij is gesloten over zijn eigen innerlijk.

Onkerkelijkheid wel een lastig punt
Rond de zestien jaar was ik toen ik Nel, mijn vrouw, ontmoette. Ik ging naar een sociëteit van de Gereformeerde kerk waar je een biertje kon drinken. Ik was absoluut geen uitgaanstype en maakte moeilijk contact. Nel heeft het contact met mij gelegd. Ik zag een mooi meisje met roodbruin haar. Ik vroeg haar schuchter of ze wat wilde drinken. Dat viel gelukkig goed. Ik was wel bang afgewezen te worden. De eerste afspraak was gauw gemaakt. De eerste maanden was het contact nog redelijk geheim. Op een vrijdagavond kwam ik haar ophalen met mijn bromfiets. Toen heb ik mij aan haar ouders voorgesteld. Ik had een bromfietshelm op. Ik had een opgevoerde Yamaha-brommer. Aan m’n helm zat een vossenstaart. Zo gingen we samen naar de sociëteit.
Dat Nel naar de kerk ging was voor mij niet iets om over na te denken. Haar ouders vroegen aan Nel wie ik eigenlijk was, want de onkerkelijkheid was wel een lastig punt. Ik voelde aan dat ik een beetje werd veroordeeld. Ik voelde mij niet aanvaard. Haar ouders hebben geprobeerd haar op andere gedachten te brengen. Op een zaterdag zei ik tegen Nel dat ik mee zou gaan de kerk. We zaten achterin. Ik was heel erg verliefd en verder had ik helemaal niets met wat er gebeurde. Na een jaar is onze verkering uitgegaan. Ik vermoed nog steeds dat dit op aanraden van haar ouders is gebeurd. Ik was heel erg verdrietig.
Maar ik bleef in de sociëteit heel dicht bij Nel in de buurt. Op een dag, na bijna een jaar, kreeg ik de moed haar hand vast te pakken. Dat pakte goed uit. Ik wilde haar zo graag terug. Ik was van school af en wilde vervroegd in militaire dienst. Ik had mijn dienstplicht vervuld bij de landmacht en kwam bij de luchtmacht. Omdat ik een technische opleiding had gehad, kwam ik bij de wapenherstellers en leerde allerlei wapens heel goed kennen.
We zijn eerst verloofd en daarna getrouwd. Ik had inmiddels in de Gereformeerde kerk belijdenis gedaan, omdat Nel anders niet verder met mij wilde. Dat was in een groep waarin ik meeliep. We kregen een opleiding van de dominee, maar het zei me niets. Ik wist van God de Schepper, ik wist van Jezus als historische figuur. Maar ik had geen idee van wie Jezus echt was. Ik ging daar door voor een christen, maar was het helemaal niet! Of mijn schoonouders echt blij met me waren geworden, is mij nooit duidelijk geworden.

Ik had Jezus leren kennen
We kregen twee kinderen: eerst een zoon en toen een dochter. Op een dag besloot ik niet meer naar de kerk te gaan. Ik geloofde wel, denk ik. Maar er kwamen steeds meer rare ideeën zoals het homohuwelijk. Ik wist van een Evangelische Gemeente in onze woonplaats en dat viel direct goed. Ik zag daar veel meer van het christelijk geloof. Bij de koffie na afloop werd over de inhoud van de preek gesproken en wat je er persoonlijk aan beleefde. Ik kreeg een verlangen om gedoopt te worden. In een overvolle kerk vond de doopdienst plaats. Er waren verschillende familieleden bij, waaronder mijn moeder. Ik had Jezus leren kennen. Een keer ben ik opgestaan in een dienst en naar voren gaan. Toen heb ik echt mijn hart aan de Here Jezus gegeven. Dat moment vergeet ik nooit meer. Ik heb alles achter mij gelaten. Met Christus gestorven en met Hem opgestaan in een nieuw leven! Wat een heerlijk dag was dat!
De Bijbel ging voor me leven. God spreekt door Zijn woord. In concrete situaties krijg ik soms zo maar een woord uit de Bijbel! We hebben ook een geweldig vooruitzicht gekregen! Ik leer veel van Het Zoeklicht. Bijbelstudie, dat heb ik het meest nodig. De actualiteit in het licht van Gods Woord leer ik ook steeds meer zien! Vroeger wist ik daar niets van. Nu wel. Dat is Gods genade!

Feike ter Velde